Hoe komt het toch dat we emoties als angst en vertwijfeling voelen – met een dosis acute zelfonderschatting erbovenop – als het gaat om opslag vragen?
Even voorstellen: professor Barney Jordaan is doctor in de rechten en expert in onderhandelen. Hij geeft les op de Vlerick Business School en is ook gespecialiseerd in conflict management en bemiddeling. Professor Martin Euwema is dan weer arbeids-, organisatie- en personeelspsycholoog. Hij is verbonden aan de KULeuven, waar hij onderwerpen als leiderschap en teamontwikkeling bestudeert. Zij maken ons wegwijs in het traject van opslag vragen: vooraf, tijdens en na!
Daarom zijn we bang van onze baas
Er zijn verschillende factoren die ons doen aarzelen bij het vragen van opslag. Zo speelt onze cultuur een belangrijke rol. “We voelen opslag vragen blijkbaar aan als ‘not done’,” zegt Barney Jordaan. Martin Euwema beaamt: “Inderdaad, mensen denken dat ze dankbaar horen te zijn, en dat opslag vragen onfatsoenlijk is. Of ze zijn bang voor een conflict. Hoe dan ook zien medewerkers het vragen van opslag niet als een onderhandelingssituatie, terwijl het dat wel is.”
Opvallend: vooral vrouwen bezitten een innerlijke rem omdat ze voelen dat ‘te veeleisend zijn’ hen een pak negatieve gevolgen kan opleveren. De Amerikaanse professor economie Linda Babcock schreef daarover een interessant boek met de titel ‘Women don’t ask’. Het is dus voor vrouwen belangrijk om zich bewust te zijn van dat intern mechanisme, en om het te overwinnen.
‘Opslag is hier geen optie’
In heel wat organisaties, bedrijven of sectoren gaan medewerkers er automatisch van uit dat opslag geen optie is. Er worden bijvoorbeeld vaste barema’s gevolgd, of ‘het antwoord is altijd nee’. Toch zegt Euwema: “er is vaak meer mogelijk dan je denkt.
Je moet een loonsonderhandeling ook niet louter zien als iets financieels. Je kan ook andere zaken op tafel leggen die je gelukkiger kunnen maken, zaken die voor je werkgever misschien wél mogelijk zijn.” Jordaan is duidelijk: “als je het niet vraagt, dan krijg je het niet. Als je het wél vraagt, dan is de optie er wel. Door louter de vraag te stellen kom je niet in de problemen, dat staat vast.”
‘Nee’ is niet het einde, het is een begin
Heel wat medewerkers besluiten geen opslag te vragen omdat ze diep vanbinnen bang zijn om een ‘nee’ te horen. Martin Euwema: “Ze zijn bang voor kritiek en hebben geen zin om hun negatieve punten te horen. Ze vragen zich af of hun baas wel ziet dat ze opslag verdiend hebben.”
Barney Jordaan bevestigt dit en voegt toe: “Een ‘nee’ is geen bedreiging, maar een kans. Het is de start van de onderhandeling. Een eerste stap is achterhalen waarom er nee gezegd wordt, want dat is de basis van het gesprek.”
Voorbereiding is alles
Zowel Jordaan als Euwema benadrukken het belang van een goede voorbereiding. “Toon aan dat je opslag verdient. Zet vooraf op een rijtje welke redenen je zal aanhalen tegenover je werkgever. Bedenk ook vooraf hoeveel opslag je zal vragen en wees realistisch: vergelijk met het marktconforme loon of ga af op de bedragen die je werkgever gewoonlijk geeft,” adviseert Jordaan.
Euwema voegt toe: “overdenk het totaalplaatje: je financiële verloning, maar ook een promotie, je woon-werktransport – zoals een fiets of een treinabonnement – en je werklocatie – een dag thuis werken of op een flexdesk in de buurt – kunnen deel uitmaken van jouw wishlist.”
De eerste drie minuten
Daarnaast zijn de toon van je stem, je lichaamstaal en de manier waarop je praat van kapitaal belang. Deze factoren verraden of je zeker bent van je stuk. “De eerste drie minuten van het gesprek zijn bepalend voor het eindresultaat: wát je die eerste minuten zegt en hóe je het zegt,” weet Jordaan. En Euwema onthult nog: “weet je wat voor bazen echt een afknapper is? Mensen die dreigen met ontslag tijdens een gesprek over opslag.
Hou de toon dus positief en denk zelf creatief mee naar een oplossing. Pin je niet vast op je standpunten, maar denk aan je onderliggende belangen: opslag versus elektrische fiets, versus dag thuiswerken, versus nieuwe telefoon, …”.