Het aantal mensen met een burn-out blijft jaar na jaar stijgen. Geen enkel beroep ontsnapt eraan en naar schatting zou één op de zes Belgen risico lopen op een burn-out. In dit artikel lees je hoe je een (beginnende) burn-out kan herkennen, wat je zelf kan doen om een burn-out te vermijden en hoe je na een burn-out – met de juiste begeleiding - opnieuw aan de slag kan.
Inhoudsopgave
- Wat zijn de symptomen van een burn-out?
- Burn-out of depressie?
- Hoe ontstaat een burn-out?
- Wanneer bevind je je in de risicozone van een burn-out?
- Wat kan je zelf doen om een burn-out te voorkomen?
- Wat als je uitvalt met een burn-out?
- Opnieuw aan de slag na een burn-out
Wat zijn de symptomen van een burn-out?
Een burn-out is het gevolg van langdurige overbelasting en uit zich als een combinatie van verschillende fysieke, psychische en sociale klachten.
Kort samengevat zijn dit de symptomen van een burn-out:
- Je slaapt moeilijk in, wordt tijdens de nacht geregeld wakker of hebt ’s ochtends het gevoel dat je niet uitgeslapen bent.
- Je voelt je voortdurend futloos en hebt geen energie.
- Je hebt last van hartkloppingen, duizeligheid, hoofdpijn, buikpijn, maag- of darmklachten.
- Je voelt je gedemotiveerd, lusteloos, angstig, gefrustreerd, hebt concentratieproblemen en ervaart een gebrek aan zelfvertrouwen.
- Je zondert je af, wordt cynisch en onverschillig ten opzichte van je job, bent prikkelbaar ten opzichte van je collega’s of je naaste omgeving, je werkt minder efficiënt en maakt fouten.
- Je gaat meer roken, drinken of drugs gebruiken.
Burn-out of depressie?
Net als een depressie uit een burn-out zich als een algemeen gebrek aan energie. Je bent niet meer in staat nog iets te doen, vooral niet als het met je job te maken heeft. Voor zaken die niet werkgerelateerd zijn, kan je echter wel nog interesse opbrengen. Dat is meteen ook het grote verschil met een depressie, waarbij je niets nog de moeite waard vindt en alles in het leven uitzichtloos lijkt.
Hoe ontstaat een burn-out?
Een burn-out wordt getriggerd door een langdurige overbelasting, en vindt vaak een voedingsbodem in bepaalde persoonlijkheidskenmerken. Het is dus een combinatie van je persoonlijkheid en je specifieke werksituatie. Ervaar je een te hoge werkdruk – fysiek, emotioneel of psychisch – is de relatie met je collega’s of je leidinggevende moeilijk, of heb je juist te weinig autonomie of variatie in je werk, dan kan dat ervoor zorgen dat je opgebrand raakt.
Mensen die gevoelig zijn voor een burn-out zijn eerder perfectionistisch aangelegd, willen hun werk heel goed doen, en hebben het moeilijk om opdrachten of verantwoordelijkheden te weigeren of hulp te vragen aan hun collega’s.
Wanneer bevind je je in de risicozone om een burn-out te krijgen?
Pieker je vaak over je job, heb je het gevoel dat je werk overbodig is, ben je niet meer gemotiveerd om te gaan werken, of kamp je met andere negatieve emoties met betrekking tot je job? Dan kamp je mogelijk met een beginnende burn-out. Ook wanneer je verschillende van de hierboven vermelde symptomen van burn-out herkent, is het tijd om langs te gaan bij je huisarts. Hij zal je vragen stellen over je gemoedstoestand, eventuele lichamelijke klachten en je werksituatie. Op basis van die info zal hij je een behandeling voorstellen of je doorverwijzen naar een specialist. Tegelijk zal hij je aanraden om op het werk te spreken over je takenpakket en hoe dat eventueel bijgestuurd kan worden.
Wat kan je zelf doen om een burn-out te voorkomen?
Heb je het gevoel dat je op een burn-out afstevent, raadpleeg dan in de eerste plaats een arts. Om te vermijden dat het zover komt, zijn er enkele zaken die je zelf kan doen.
-
Durf neen te zeggen
Voor perfectionisten die de touwtjes graag strak in handen houden, is het moeilijk om taken uit te besteden. Toch zorgt hulp van je collega’s of van anderen er juist voor dat er veel stress wegvalt. Je hoeft bovendien niet elke opdracht te aanvaarden die men je voorstelt. Leg uit waarom je iets niet wilt doen – te weinig tijd, andere prioriteiten of te veel werk voor het resultaat dat iets oplevert – en zeg ook wat je wél ziet zitten. Misschien kan je het project op een ander moment opnemen, de hulp van een collega inschakelen of de zaken op een andere manier aanpakken? Zolang je constructief blijft, zal niemand je die ‘neen’ kwalijk nemen en valt er voor jou veel druk weg.
-
Gun jezelf voldoende rust
Een drukke job, kinderen, verplichtingen na je werkuren, … ze slorpen allemaal een stukje van je tijd en energie op. Soms lijkt het zelfs alsof er helemaal niets meer overblijft voor jezelf. Zulke rustmomenten heb je nochtans nodig om te recupereren van de stress waaraan je dagelijks wordt blootgesteld. Doe je dat niet, dan stapelt de spanning zich op, waardoor je slaap- en concentratieproblemen en allerlei gezondheidsklachten gaat ontwikkelen.
Tip: een rustmoment betekent voor de ene persoon een uur voor de tv hangen, de ander geniet van tekenen of schrijven, een terrasje doen met vrienden of een uurtje sporten. Ontspan je vooral op de manier die voor jou goed aanvoelt.
-
Draag zorg voor je lichaam
Slaap is belangrijk voor je concentratie, je stemming en je immuunsysteem. Neem dus voldoende nachtrust en bouw een vaste routine in voor het slapengaan. Vermijd ’s avonds alcohol en cafeïne, want die verstoren je slaap of zorgen ervoor dat je moeilijker in slaap valt. Eet ook geen te zware maaltijden, maar kies voor iets lichts dat je lichaam voorziet van de nodige voedingsstoffen. Probeer elke dag ook een minimum aan beweging te nemen, het liefst enkele uren voor bedtijd. Bewegen houdt je lichaam in vorm, maakt je geest helder en zorgt ervoor dat je ’s avonds makkelijker inslaapt.
-
Zoek steun bij anderen
Wordt het werk je teveel, signaleer het dan aan je manager, vraag hulp aan je collega’s of praat erover met je huisarts of de arbeidsgeneesheer. Het gevoel dat je er niet alleen voor staat, kan al veel stress wegnemen.
Wat als je uitvalt met een burn-out?
Val je toch uit met een burn-out, dan zal de huisarts je meestal enkele maanden rust voorschrijven. Voor sommige patiënten is dat voldoende om te herstellen, bij anderen kan het herstel tot zes maanden of langer duren. Gedurende die periode kan je rekenen op een financiële tegemoetkoming. De eerste 30 dagen van je arbeidsongeschiktheid blijft je werkgever je loon uitbetalen. Daarna krijg je een uitkering van het ziekenfonds. Het eerste jaar bedraagt die 60 procent van een begrensd brutoloon. Vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid krijg je een invaliditeitsuitkering van het ziekenfonds. Die bedraagt 65 procent van het begrensde brutoloon als je één persoon ten laste hebt, 55 procent als je alleenstaand bent en 40 procent als je samenwoont.
Opnieuw aan de slag na een burn-out
In overleg met je arts kan je na enkele maanden – en wanneer je het gevoel hebt dat je het aankan – het werk weer hervatten. Je hoeft daarvoor niet te wachten tot je honderd procent hersteld bent, maar kan stap voor stap de draad weer oppikken. Bespreek met je werkgever hoe je dit het beste aanpakt. Je kan bijvoorbeeld beginnen met halve dagen te werken of vragen om tijdelijk je takenpakket wat aan te passen. Probeer daarbij stressfactoren en energievreters zo veel mogelijk te vermijden.
Een stress- en burn-outcoach kan je begeleiden en samen met jou nagaan welke werksituaties je beter vermijdt en in welke context je talenten zo goed mogelijk tot hun recht komen. Kan je huidige werkgever je die context niet bieden, dan is dit misschien het moment om je loopbaan een nieuwe wending te geven. Het is in elk geval belangrijk dat je iets doet waar je je goed bij voelt en dat je energie geeft, zodat je batterijen zich voortaan vanzelf weer opladen.
Ontvang onze nieuwsbrief vol tips en boeiende artikels
Wil jij graag op de hoogte blijven van het laatste carrière-advies? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks nuttige tips voor je carrière.